Zaterdag
16 november 2019,
De dag van de oud-leerlingen
De
dag
van de
oud-leerlingen
16/11/2019
Ik
keek er meer
en
meer
naar
uit,
eens ik het
derde
nummer van
Kontakt dit
jaar
onder
ogen had
gekregen
met
de
eerste
uitnodiging voor
het
“evenement
van het
jaar”.
Samen
met
mijn
klasgenoten van de
1° Wet A
uit
het
schooljaar
1968-69 werd
ik
een “Goudvos” van
het College.
Maar
die
jongelui
van toen
was ik al
jaren
uit
het oog
verloren
en door
acht
jaar geleden naar
Frankrijk te verhuizen, was
de kans
zeer klein om er
nog
ééntje
zomaar
te
ontmoeten.
Dany Dherdt
vormde
de
uitzondering op de
regel
toen
hij
ons, in
september
jl., veertien dagen
kwam
bezoeken. Toen
we ons
realiseerden
dat
lang niet
iedereen
geabonneerd was
op het
OLB-tijdschrift en
er aldus een
aantal
het
banket
dreigden te
missen,
zijn
we
samen
op zoek
gegaan
naar
de rest
van onze
klasgenoten.
We
stelden
met
verbijstering vast
dat
van de
zesentwintig
medescholieren er al
(met
zekerheid)
vijf waren
overleden.
Van
vier was
geen
enkel
spoor te
bekennen.
Drie gaven
geen respons op onze
pogingen tot
contact en drie
waren
die
avond verhinderd of
zagen
het
gewoonweg
niet zitten.
Het
saldo,
elf jongelui
van
destijds,
thans wat
gewichtiger (in kilo’s),
met
aangepaste
kleuren (meestal
grijs)
en
tonnen
ervaring,
telden
de
dagen af.
Ze kwamen
binnengedruppeld,
hun ogen
waren groot
en tintelend.
Er
werden handen
geschud en er
werd
omarmd.
Dat gaf een warm
gevoel. We babbelden er
lustig
op los:
de
studies,
het
werk,
de familie,
het
kwam allemaal aan
bod. We
waren uitgezwermd, van aan
de
kust
tot
in
Limburg, van Frankrijk
tot in
het
Midden-Oosten en
zelfs
tot
in de
Verenigde
Staten.
Onze professionele
wegen
hadden ons mijlenver
van elkaar
verwijderd, maar
die
avond
heerste
duidelijk
het
gevoel
dat er tussen
ons een
band bestond die er
altijd al
was geweest.
Zoals voorzien
in het
programma
kregen de
jubilarissen in
diverse groepen een rondleiding
in de
school.
Dhr. Marc
Leyman,
Algemeen
Directeur van de
Scholengroep
Sint-Maarten, nam
ons daarbij
onder
zijn hoede. Wij
liepen
door
de
oude
studiezaal;
herinneringen
kwamen
spontaan
opborrelen:
“ik
zat
daar,
achter die pilaar”.
Bij het
oversteken van
de
speelplaats: “tegen
die
muur
heb ik
uren
gekaatst”.
Bij het
verlaten
van de kapel:
“met die botte
metalen
pinnen
was
het
naar beneden glijden
hier
niet
gemakkelijk”.
Het
was avond
en de
ondergrondse eetzaal van
de priesterleraars,
al geruime
tijd niet
meer in
gebruik, oogde somber. Ooit
zaten hier,
tweemaal daags,
dertig
geestelijken
bij elkaar.
In “onze
tijd” was
dat aantal
reeds meer dan gehalveerd…
Dhr.
Leyman
beschreef de heersende
etiquette van
weleer, met
o.m. de
rangorde aan tafel, die in
alle
bisschoppelijke colleges
dezelfde was.
Hij trok onze
aandacht op
het belletje
boven de
tafel waarmee de
Superior een seintje
gaf aan
het
keukenpersoneel om
te beginnen met opdienen of
afruimen.
Toen
was het tijd
voor
de
huldiging
van de zilver-
en goudvossen. We
werden
in een aparte zaal
verwelkomd door
twee
bestuurders van de
oud-leerlingenbond,
de
heren
Luc
Corthals en
Hedwig Van
Herreweghe.
Er
werden nieuwsfragmenten
geprojecteerd, uit
het
jaar
dat
we
afzwaaiden, voorzien
van
commentaar met
hier
en daar een
knipoog.
Na
de
zilvervossen kwamen wij
aan
de
beurt,
ons
wachtte
een
”echte
gouden” medaille!
Het formeel
gedeelte
werd
afgesloten met
een
korte toespraak
door
oud-leerling
Laurens van der Schueren,
afgestudeerd in
1949
Hij
eindigde met
een adembenemende
serenade.
Oud-leerling
Marcel
Lambrecht,
afgestudeerd in
1943,
trakteerde
ons op
een ware
one-man show.
“Il faut le
faire” op
die
leeftijd. Bij
momenten deed
hij de
zaal bulderen
van het
lachen:
“mijn oud-klasgenoten
waren dokters,
advocaten, ingenieurs
en
sommigen
liepen rond
met
een
enkelband…”.
Tijdens
de
receptie met
bubbels werd
ons
weerzien
vereeuwigd aan
een sportraam
(the
best
pin-point
available).
Tijdens
het
banket
waren
de
contacten nog intenser,
al
bleven
de
conversaties grotendeels
luchtig
en vrolijk,
soms waren ze
voor
heel
even diep en
ernstig.
Maar
vanzelfsprekend
hadden
de leuke
anekdotes
en de successen
die
avond de
bovenhand.
Het
afscheid
was warm.
“We
zien elkaar
terug!” klonk het.
Ongetwijfeld zal
één van ons
daar in
2020 werk
van maken.
Maar
waar?
Wat mij
betreft
zijn ze hier
met z’n allen
welkom
in La
Douce France.
|